Misdiagnoses en
dubbel bijzonder

Wanneer een kind, behalve dat het hoogbegaafd is, ook een diagnose heeft, wordt dit fenomeen dubbel bijzonder of twice exceptional genoemd (vaak ook geschreven als 2E).

Meestal gaat het om een kind dat ADHD heeft, of een autismespectrumstoornis (ASS). Ook andere diagnoses, zoals dyslexie, kunnen natuurlijk van toepassing zijn, maar omdat ADHD en ASS de meest voorkomende zijn, beschrijven we deze hier. De verschillen, overeenkomsten en op de loer liggende foutieve diagnoses worden toegelicht.

ADHD

Het lastige is, dat de kenmerken die beschreven worden bij ADHD, ook van toepassing kunnen zijn op hoogbegaafdheid (voor het gemak verder afgekort tot HB).

Fysieke onrust /beweeglijkheid

Bij HB komt dat voort uit de overexcitabilities. Het verschil is dat bij ADHD het kind is afgeleid door zijn eigen beweeglijkheid. Een hoogbegaafde heeft het juist vaak nodig om zich te kunnen concentreren op zijn taak. Een kind met ADHD ziet elke vogel voorbijvliegen, hoort het kleinste geluid, gaat er vandoor met elke gedachte die in zijn hoofd opkomt. Een hoogbegaafde kan zich vaak goed en langdurig concentreren – als de bezigheid maar interessant genoeg is. Als we kijken naar wat een HB-kind vaak op school aangeboden krijgt, is het niet zo vreemd dat hij afgeleid raakt.

Van de hak op de tak springen

Vanuit de afleidbaarheid kan je je voorstellen dat iemand met ADHD ook in zijn manier praten chaotisch is: er komt immers steeds nieuwe input langs, waarop gereageerd moet worden. Het filter van belangrijk/niet belangrijk werkt minder goed. Een HB-er lijkt kan ook snel van onderwerp veranderen: dat heeft dan te maken met de snelheid van denken: een onderwerp komt ter tafel, wordt snel doordacht, liefst ook snel doorgesproken en hup-door naar het volgende, want we weten dit nu wel.

Chaos

Een persoon met (kenmerken van) ADHD is minder goed in staat tot structuur creeëren, terwijl het wel nodig is om overzicht te houden. Iemand met kenmerken van hoogbegaafdheid heeft soms prima overzicht in de chaos op zijn kamer: onder die stapel kleren ligt het bankpasje en de slaapknuffel ligt vandaag onder het bed, gisteren op de kast en morgen beneden. Tegelijkertijd heeft ook deze persoon soms last van zijn eigen chaotische werkwijze: maakt niets af (logisch, want de interesse is allang verschoven), begint nergens aan (want dan wordt verwacht dat je het afmaakt).

ASS

Onhandig communiceren

Iemand met (kenmerken van) ASS vindt het moeilijk zich te verplaatsen in de belevingswereld van een ander. Kan soms irrelevante antwoorden geven of ineens op een ander onderwerp overgaan. Een hoogbegaafd persoon kan ditzelfde gedrag vertonen. Meestal is dat een gevolg van het missen van de aansluiting met de ander. Niet door een gebrek aan inlevingsvermogen, maar doordat hij op een andere golflengte, met een andere diepgang denkt, voelt en communiceert.

Vaste, beperkte interesses

Waar iemand met ASS álles kan weten van dienstregelingen of de dierenencyclopedie uit zijn hoofd kent, kan dat voor een hoogbegaafde hetzelfde zijn. Bij autisme is dat een beperkte interesse – hij kan vaak ook niet over iets anders dan zijn eigen interesse praten en begrijpt niet dat dat voor de ander niet interessant is. Bij hoogbegaafdheid heeft dat te maken met de behoefte om diepgaand te denken, een onderwerp van alle kanten te onderzoeken. Soms is dat een levenslange fascinatie, meestal zijn het opeenvolgende interesses. Een maand bezig zijn met het heelal, dan een jaar verdieping in muzieknoten, bijvoorbeeld. Een hoogbegaafde begrijpt dat niet iedereen die fascinatie deelt (alhoewel de behoefte om kennis te etaleren, of enthousiasme te delen soms zo groot is dat je als gesprekspartner toch wordt overspoeld door het onderwerp van de dag).